Intelligentie

Het cognitieve IQ / Concentratie
Het emotionele EQ
Het sociale SQ
Het spirituele SQ
Het fysieke FQ o.a, Zenuwen autonoom zenuwstelsel / Hersenen

De som van het geheel is onderdeel van Het absolute Zijn met zijn kosmische creative intelligentie.
Intelligentie brengt geluk, wanneer je de medemens ermee begrijpen kunt. Intelligentie is meer dan de som der delen. De totaliteit van het geheel maakt ons uniek! Intelligentie maakt deel uit van ons bewustzijn, we zien vaak slechts het topje van de ijsberg, echter er is meer aanwezig in ons onderbewustzijn, dat mede invloed heeft op ons zijn.

De mens (Microkosmos) heeft een duale vorm van bewustzijn: (bewust /onbewust) verbonden met universeel bewustzijn (collectief), dat zich manifesteert, als drie-eenheid van lichaam, ziel en levenskracht. Objectief bewustzijn ( zien is geloven): vijf zintuigen; horen, zien, proeven, ruiken, voelen. Subjectief bewustzijn: psychisch, onderbewust, ritmische bewerkingen de leiding van het onbewuste.

Ziel: Het innerlijk hogere onsterfelijke zelf
Levenskracht bestaat uit: geest en psyche
Geest: Een trillende energiekracht die zich door alle ruimte doordringt en voortplant. Verantwoordelijk voor de manifestatie van stof.
Psyche: Spirituele en mentale krachten.
Lichaam: manifestatie van geest en stof in een fysiek gestalte.
Het fysieke lichaam - samenstelling van chemische elementen.
Etherlichaam - etherwerkingen zijn waar te nemen aan de fysiek-etherische verschijning van de mens.
Astraallichaam - nauw verbonden met het IK of de Geest.

Ook de Maslow behoefte hiërarchie speelt hierin zijn rol, evenals het gehele universum en het verenigde veld, waar wij deel van uit maken (de wetenschap van het zijn). Wie goed omgaat met zijn eigen potentieel haalt het beste uit het leven. 

Intelligentie is namelijk meer dan dingen doen: het is een samenspel tussen fysieke, creatieve, mentale, emotionele, sociale, collectieve, spirituele of individuele intelligentie.





Overigens zijn de ethersferen in vroegere tijden voor de mens wél waarneembaar geweest. Dit kan ook nog voor de kleine kinderen zichtbaar zijn. Ze doen zich dan voor als wat we noemen de elementenwezens (ook wel elementair wezens genoemd). Dit dient men dan niet te zien als materialistische substanties maar als sferen (ether substantie dus). Ze verschijnen niet in de fysieke wereld maar werken eraan.

Hun taak is om de aarde en alles wat er op leeft te verzorgen, te vormen, op te lossen enzovoorts.

De elementenwezens krijgen dan namen die bij hun werking past. Deze namen zijn door velen gekoppeld aan beelden maar dit lijkt niet overeenkomstig. Die beelden dienen als metaforen begrepen te worden. In sprookjes en andere kinderverhalen worden deze metaforen ook gebruikt en geschetst. Juist dit schetsen dienen we niet te letterlijk te nemen.

Zo komen we op een volgende verdeling:

DE VIER ELEMENTEN VAN DE MENS:
Aarde, Lucht, Water en Vuur
zijn de grondbeginsel constanten van de Mens. Gelukt het ons om deze Vier Elementen in ons tot een harmonische ordening te brengen (met yin & yang in het midden), zo zal ons zich het Vijfde Element openbaren, de zogenaamde "quinta essentia". Pas door het Vijfde Element word de Mens tot dat, wat hij eigenlijk behoort te zijn.



Vuur - warmte-ether - salamanders
Lucht - lichtether - elfen
Water - chemische ether - sylfen, nimfen of undinen
Aarde - levensether - kabouters of gnomen

Wij kunnen dus vanuit stilte en meditatie proberen contact met de elementenwezens te maken en samen te werken. En ze bedanken voor al het schoons dat zei ons in de natuur laten aanschouwen.

Meditatie / Het onbegrensde univeraile denkvermogen: is in de mens onbegrensd en wordt niet beperkt door tijd, ruimte, aard en hoedanigheid der stoffelijke dingen.
Het innerlijke hogere zelf staat los van alle tijdelijke fysyke manifestaties in ons evolutie proces.
Meditatie als middel om contact te kunnen maken met het innerlijk bewustzijn van het zelf.

Zij die het innerlijk zelf ontdekken ervaren de ware grootsheid van het leven, m.b.t rust, kracht en geluk.



De chemie "The Fifth Element"
Door afgestemd te blijven op de hoogste beginselen in de natuur (of het universum, het kosmische, God, of een andere term die u hiervoor geschikt acht) komen verstand, gevoel en intuïtieve ontvankelijkheid in evenwicht. En dat is nodig, want ze zijn immers onderdeel van die natuur. Uit afstemming ontstaat harmonie: een voorwaarde die aan elke soort van positieve voortgang in de wereld ten grondslag ligt en terug te vinden is in alle manifestaties in de natuur. A.M.O.R.C

“esoterische” christendom.
Rudolf Steiner 1911, zag Christus niet alleen als een historische werkelijkheid, maar ook als een wezen dat sinds zijn dood en opstanding in Palestina voortdurend actief blijft. Een werkelijk wezen houdt immers nooit op werkzaam te zijn. Steiner voorspelt dan dat Christus in de twintigste eeuw, terwijl hij zich in de geestelijke wereld bevindt, op een nieuwe wijze werkzaam zal worden. Hij spreekt van “de verschijning van Christus in de etherische wereld”, een gebeurtenis die in zijn ogen even belangrijk is als de gebeurtenis op Golgotha. Een bewuste ontmoeting met de wederkerende Christus beschouwde Steiner als de belangrijkste spirituele ervaring die men vanaf de twintigste eeuw kan opdoen.

Volgens Steiner kan men in uiterlijke (exoterische) zin gemakkelijk aan deze wederkomst van Christus voorbijgaan, juist omdat hij met gewone ogen niet valt waar te nemen. In innerlijk (esoterisch) opzicht gaat het echter om een geestelijke gebeurtenis die beslissend is voor de verdere ontwikkeling van de mensheid. Steiner wijst in dit verband op het belang van spirituele begrippen voor een bewuste verhouding tot die beslissende gebeurtenis.

Zonder een helder begrip van zaken als karma, etherische wereld en helderziendheid

kunnen allerlei verschijnselen die samenhangen met de verschijning van Christus in de etherische wereld niet worden begrepen. Steiner zag de antroposofie dan ook als een bijdrage tot een beter begrip van het “esoterische” christendom.’

Een wijsheid....Sociale Gatheka nr 32.
toespraak van Hazrat Inayat Khan "over water"
Water de transporteur en bron van al het leven.

"Het wezen van het hart"

Het hart van de mens wordt wel vergeleken met water. Of het is tot sneeuw bevroren, of het bevindt zich in vloeibare toestand. Wanneer het bevroren is, is het tot kristal geworden. Is het vloeibaar, dan stroomt het. Dit stromen is zijn natuurlijke toestand. En dan zijn er twee soorten water: zout en zoet.

De zee, genoegzaam in zichzelf, is onverschillig voor al het andere. Haar water is zout omdat zij van wat dan ook onafhankelijk is. Zij brengt gezondheid, geluk en genoegen aan wie er langs gaan, omdat zij de volmaaktheid symboliseert en van niemand iets vraagt. Zij rijst en daalt en kent in haar onmetelijkheid geen afhankelijkheid; zo blijkt haar volmaaktheid.

Maar water van een rivier is zoet. Het is zoet omdat het zich tot de zee aangetrokken voelt en verlangend is, de zee te bereiken. Een rivier symboliseert de vorm van liefde die het voorwerp van zijn liefde zoekt. Een hart dat God en Zijn volmaaktheid liefheeft kan vergeleken worden met een rivier die de zee zoekt.

En dan is er het kleine stromende beekje, dat men geen rivier kan noemen maar dat zijn eigen manier van stromen heeft en dat eigenlijk nog mooier is om te aanschouwen. Want het geeft uitdrukking aan bescheidenheid, zuiverheid van karakter en schoonheid. Het water van een kleine beek is altijd zuiver. Het stromende beekje symboliseert de natuur van een onschuldig hart. Bittere ondervindingen hebben het niet geraakt. Het is klaar en helder gebleven.

Verder is er het water van een kleine poel. Soms is het moderig, soms smerig. Waarom? Door zijn te geringe omvang; hij is te klein. Evenzo brengt een bekrompen hart altijd modder. Omdat het bekrompen is en geen diepte heeft, dringen alle elementen van de aarde erin binnen en bevroren het van zijn zuiverheid.

Ook is er het water van een grote vijver, waarin waterlelies groeien en kleine visjes zwemmen, waarin de zon zich weerspiegelt en het maanlicht schone visioenen tovert, waar men naar zou willen blijven kijken, omdat ze voor ieder die ze ziet de vloeibare natuur van het hart symboliseren. Het is stil en kalm. Aan zijn oever verwijlen brengt het hart tot rust. In zijn stil oppervlak kan men zich spiegelen.

Van een bron is het water geneeskrachtig en bezielend, omdat het van boven komt en vandaar op de aarde is neergevallen. Zo is het karakter van een bezielende geest. Het hart dat omhoog welt, dat als een bron water uitstort in de vorm van inspiratie, hetzij in poëzie, hetzij in muziek, hetzij in welke vorm dan ook, straalt schoonheid uit en werkt genezend.

Tenslotte is er de fontein, die omhoog rijst en neervalt in ontelbare druppels. Dit is mensenwerk, zoals ook de menselijkheid door de mens zelf gemaakt wordt. Dan rijzen zijn gevoelens als een fontein omhoog en iedere druppel komt omlaag in de vorm van een deugd.

En zo symboliseert het water dat vanuit de zee als waterdamp opstijgt naar de hemel de aspiratie van het hart. Een hart dat verlangt omhoog te rijzen vertoont het kenmerk van waterdamp. Het is het hart van de aan God toegewijde mens, het hart van de zoeker, het hart van hem die voortdurend bedacht is op het bereiken van hogere idealen. Zo'n hart vol bezieling wordt een wolk en stroomt neer als een regen van hemelse schoonheid in de vorm van beeldende kunst, of poëzie, in de vorm van muziek of welke vorm van goedheid en schoonheid dan ook.




























Built with Mobirise - Click here